Bergsport, iets voor jouw?  verslagje 1998

 

Naast wielrennen heb ik nog een andere favoriete sport, namelijk bergsport. Hierover wil ik graag iets vertellen. Mogelijk kan ik anderen hiermee ook enthousiast maken voor deze mooie sport.

Ik ben nog niet zo lang bezig met deze sport, pas vanaf 1998. Tijdens m’n vakanties in Oostenrijk ging ik natuurlijk wel met vrouw en de kinderen (die toen nog klein waren) de bergen in. Maar dit bleef beperkt tot het liftstation en een wandeling via een omweg weer naar beneden of naar een andere lift. Ook genoten we van de rust en het uitzicht op het terras van een almhut. Wat natuurlijk extra indruk maakte, ten minste bij mij, waren die besneeuwde bergtoppen in de verte. Daar zou ik wel naar omhoog willen. Maar helaas, het bleef een onvervulde wens. De opgroeiende kinderen waren meer te porren voor vakanties naar Frankrijk en Italië, lekker zonnebaden aan het strand, en om de dag naar een mooie stad een terrasje pikken en winkels bekijken.

Jaren later, tijdens een gezellige avond bij vriend Hans de Kort, bleek dat hij ook een onbedwingbare honger had naar de bergen. En na enkele pilsjes en glazen wijn, en de goedkeurende blikken van onze partners, namen we ons voor om de daad bij het woord te voegen. Onder het motto “als je iets wilt, moet je het doen” hebben we ons toen voorgenomen om de volgende zomer met ons tweetjes een weekje naar de bergen te gaan: een huttentocht en een bergwandeling over sneeuwvelden en misschien zelfs een enkele gletsjer leek ons het einde. Maar we hadden geen van beiden ervaring hiermee, hoe doe je dat ? alleen of met een gids. Veel onzekerheden en we kenden de risico’s niet. Een vriend van mij had in z’n jeugdjaren veel aan bergsport gedaan, en heeft ons aangeraden om een beginnerscursus bergbeklimmen te volgen bij de Nederlandse Klim -en Bergsport Vereniging (NKBV). Dit ging best wel makkelijk. Via m’n vriend kreeg ik een brochure van de NKBV met het programma aan georganiseerde cursussen en wandel – en klimtochten. Rekening houdende met onze vakanties hebben we gekozen voor een beginnerscursus in juni 1998 in Oostenrijk, in het plaatsje Vent in het Oetztal. Het pension van de cursusleider en gids zou daar als standplaats dienen.

Vorige week heb ik de foto’s weer eens bekeken, en kwamen al die mooie herinneringen weer naar boven. Eerst iets over het plaatsje Vent. Vent ligt op 1900 meter hoogte, en is het hoogst gelegen dorp in Oostenrijk. Vanuit Vent starten verschillende wandelroutes. De eerste berghutten liggen op ongeveer 2400 meter, op ongeveer 3 uur loopafstand. Je kunt ook met de lift omhoog naar boven de boomgrens, en dan naar een hut op 2800 meter. Je kunt berghutten bezoeken als tussenstop bij een wandeling maar je kunt er ook overnachten.

 

Vooraf de materialen. We moesten zelf een aantal zaken aanschaffen: rugzak, stijgijzervaste wandelschoenen, regenjas, kompas, karabiners. Ook een aantal touwtjes waarvan we nog niet wisten waarvoor we die in godsnaam nodig zouden kunnen hebben. De gids zorgde voor een ijspickel, klimgordel, stijgijzers en natuurlijk het lange klimtouw. De materialen kun je kopen bij Mulder Sport in Limbricht of in de outdoorwinkels van BeverSport of Demmenie in Maastricht.

 

Hoe ziet het programma van zo’n cursus eruit ?

Vrijdagavond: vertrek met de NKBV-pendelbus vanuit Heerlen, aankomst de volgende morgen in Oetz, van daaruit met de lokale buslijn naar Sölden en daarna naar Vent.

Zaterdag middag: in het pension ontmoeting met de vier andere cursusgangers, en een wandeling om te wennen aan de hoogte en de inspanning van het omhoog-wandelen.

Zaterdagavond: ontmoeting met gids Eberhart, uitleg over het programma, en de eerste beginselen van bergwandelen en klimmen. Afspraken over de wandeling van zondag, en welke spullen mee te nemen.

Zondag: Bergwandeling naar een rotstop op 3000 meter hoogte (de Wildes Mannle), uitleg over de risico’s van het bergwandelen zoals het weer.

Maandag en dinsdag: Uitleg over de gevaren bij rotsklimmen en over de materialen. Ook praktijk oefening touw – en zekeringstechnieken, rotsklimmen op de oefenrots, abseilen, reddingstechnieken.

Woensdag: Wandeling van twee uur naar een sneeuwveld. Oefeningen op sneeuw zoals looptechniek, vallen en remmen, elkaar zekeren.

Donderdag: Oefeningen op een gletsjer zoals lopen en klimmen met stijgijzers, ijsklimmen met de pickel. S’avonds planning van de huttentocht van vrijdag en zaterdag. Hier zouden we het geleerde in de praktijk gaan brengen.

Vrijdag en zaterdag: Tocht met overnachting in een berghut op 3200 meter, overschrijding van een aantal sneeuwvelden en een gletsjer. Als hoogtepunt een beklimming van een top van 3500 meter.

Op zaterdag waren we halverwege de middag weer terug in Vent. Snel wassen, inpakken, een biertje ter afsluiting en met de pendelbus weer terug naar Heerlen. Zondagmorgen waren we weer thuis.

 

Het was een onvergetelijke ervaring. Vooral de huttentocht en de beklimming waren heel erg leuk. En het smaakte naar meer. Het jaar daarop hebben we samen een gletsjertocht gemaakt in het zelfde gebied, weer onder begeleiding van een gids. In 2000 hebben we een gevorderden cursus gevolgd in het Ortler gebergte in Zuid-Tirol in Italië. Hans en ik hebben daarna elk jaar weer de bergen opgezocht voor een huttentocht met de nodige beklimmingen. De duurconditie van het wielrennen komt hierbij goed van pas. Voor mij is dit elk jaar weer het sportieve hoogtepunt. De Bergsport Vereniging zorgt elk jaar weer voor een breed programma aan cursussen en huttentochten. In de kerstweek valt de brochure in de bus. Het is dan zaak om snel in te schrijven voor jouw voorkeurstocht. Dan begint eigenlijk alweer de volgende bergsport vakantie.

 

Misschien ben je nu ook geïnteresseerd geraakt in de bergsport. Of je kent familieleden, collega’s of kennissen die getrokken worden naar de bergen. Neem gerust contact op met mij. Ook kun je via internet de website van de NKBV bezoeken (www.nkbv.nl).